Ik
weet niet beter dan dat ik letters en cijfers in kleuren zie. Van jongs af aan
al. In de eerste klas, wat nu groep 1 is, hadden we van die blokjes en staafjes
om te leren rekenen. Ik vond het al zo curieus dat ze allemaal een aparte kleur
hadden, want voor mij was dat namelijk net de verkeerde kleur. De één was geloof
ik wit, de twee oranje en er was donkergroen, rood; ze hadden allemaal een
kleur, één tot en met tien. Maar waarom was de één niet donkerblauw? En de twee
niet geel/lichtoranje en die drie, ja, die moest dan toch wel rood zijn? Was ik
dan de enige die dat vond? Ik had het er eigenlijk nooit over…
En
boom, roos, vis, vuur vond ik prachtig, want dat was voor mij een en al
kleurfestijn; de o was wit en de v en de uu van vuur klopte ook wel, want dat had
ook echt die kleur, dat geel/oranje, en de u nog feller dan de v. Prachtig!
En nog steeds terwijl ik deze letters typ; ik zie ze op de een of andere manier niet ‘letterlijk’ in kleur, ik zie dus wel bijvoorbeeld zwarte letters, maar ik associeer ze met een kleur, elke letter apart. Ze vormen een kleur in mijn hoofd, en het hele woord samen vormt ook weer een heel scala van kleuren.
En nog steeds terwijl ik deze letters typ; ik zie ze op de een of andere manier niet ‘letterlijk’ in kleur, ik zie dus wel bijvoorbeeld zwarte letters, maar ik associeer ze met een kleur, elke letter apart. Ze vormen een kleur in mijn hoofd, en het hele woord samen vormt ook weer een heel scala van kleuren.
En
dan komt het opnemen van de informatie van het woord, zin of verhaal, want dat
is ook weer een apart hoofdstuk op zich. Iedereen neemt informatie op zijn
eigen manier op: auditief, kinesthetisch of visueel. Als iemand bijvoorbeeld een
verhaal vertelt over een hond, zal de auditieve toehoorder vooral naar de stem
van de verteller luisteren, de visuele toehoorder ziet het beeld van een hond
en de kinetische toehoorder is vooral gericht op het gevoel dat het verhaal hem
geeft. En dat is dé manier om het verhaal te onthouden.
Ik ben dus visueel ingesteld, als iemand een verhaal vertelt vormen de woorden eerst een beeld in mijn hoofd en dat beeld geeft mij pas de informatie zoals de persoon deze bedoelt. Best wel omslachtig en verwarrend; een goed voorbeeld ervan is toen een collega van mij me een keer vroeg of ik, omdat ik in de pauze toch langs de Blokker zou komen, even voor haar een gootsteenkastrekje wilde kopen. Ik kon het beeld niet zo snel bevatten, dus heb ik maar gevraagd of ze het even op wilde schrijven, dan kon ik dat tijdens het lopen doen.
Ik ben dus visueel ingesteld, als iemand een verhaal vertelt vormen de woorden eerst een beeld in mijn hoofd en dat beeld geeft mij pas de informatie zoals de persoon deze bedoelt. Best wel omslachtig en verwarrend; een goed voorbeeld ervan is toen een collega van mij me een keer vroeg of ik, omdat ik in de pauze toch langs de Blokker zou komen, even voor haar een gootsteenkastrekje wilde kopen. Ik kon het beeld niet zo snel bevatten, dus heb ik maar gevraagd of ze het even op wilde schrijven, dan kon ik dat tijdens het lopen doen.
Maar
dat was even een zijweg, misschien meer erover in een volgende blog; nu weer
even terug naar de cijfers en letters die ik in kleur zie. Alhoewel dat is niet
het enige; ook de dagen van de week (logisch dat die donderdag ‘witte
donderdag’ heet, wat die is toch ook wit?) of de maanden, ze hebben allemaal
een kleur. Of landen, maar dat kan misschien ook komen omdat, als iemand het
over een land heeft, ik ze in mijn hoofd zie op de wereldkaart.
Ik vond het allemaal vrij normaal en dacht dan ook dat iedereen dat had, tot ik een paar jaar geleden een programma op televisie zag over ‘synesthesie’. En ja, ik herkende het helemaal, daar werd mijn ‘geval’ verteld! En het is helemaal niet zo dat iedereen het heeft, zoals ik dus dacht, ongeveer 1 op de 20.
In Nederland heeft Crétien van Campen er onderzoek naar gedaan en een boek over geschreven: ‘Tussen zinnen : synesthesie of hoe de zintuigen samenwerken.’ (2005)
zie ook de website http://www.synesthesie.nl/nlsynpag.htm
Ik vond het allemaal vrij normaal en dacht dan ook dat iedereen dat had, tot ik een paar jaar geleden een programma op televisie zag over ‘synesthesie’. En ja, ik herkende het helemaal, daar werd mijn ‘geval’ verteld! En het is helemaal niet zo dat iedereen het heeft, zoals ik dus dacht, ongeveer 1 op de 20.
In Nederland heeft Crétien van Campen er onderzoek naar gedaan en een boek over geschreven: ‘Tussen zinnen : synesthesie of hoe de zintuigen samenwerken.’ (2005)
zie ook de website http://www.synesthesie.nl/nlsynpag.htm
Iedereen
wordt geboren als synestheet. Het schijnt dat alle baby’s, in ieder geval bij beeld
en geluid (tot zover er onderzoek is gedaan), heel veel kleuren zien, omdat in
hun hersenen dan nog een overmaat aan zenuwverbindingen is. Weinig baby’s behouden
dit ook na het eerste levensjaar; naarmate de zintuigen zich gaan ontwikkelen
gaat dit bij de meesten weg.
Maar
er is nog veel meer dan alleen kleuren zien in letters en cijfers; er zijn ook
synestheten die bij het drinken van een lekker kopje koffie of het luisteren
van muziek de prachtigste kleuren zien, of als ze een boeket bloemen ruiken…
Helaas
heb ik dat dan weer niet…
Een
erg leuk en interessant artikel van bovenstaande website is Kunst en
synesthesie. Het is namelijk een bron van inspiratie voor kunstenaars. Ze gebruiken
hun synesthesie voor hun muziek of schilderijen. http://www.synesthesie.nl/nlsynpag.htm#Wat%20is
Maar
naast de wetenschappelijke verklaring ben ik benieuwd wat daar nog meer achter
zit. Zit er wel iets achter? Of niet? Ik heb er verder nog nooit iets over
gelezen of nog nooit heeft iemand mij daarover kunnen vertellen. Maar misschien
kom ik er nog wel eens achter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten